
|
Het verliep TE VEEL naar wens, we werden zorgeloos!! Toen overviel ons de razzia en daarmee de Duitse gevangenschap tot in een Nacht und Nebellager. Op strooibiljetten las ik de fatale afloop van de Slag bij Arnhem. Intussen de sporen van de V-2's aan de hemel. Mogelijk weer een jaar extra. Toen de ontsnapping begin Februari. Een moment VRIJ! MAAR DE VRIJHEID VAN EEN MUIS ACHTERVOLGD DOOR DE KAT! Direct al een man met een jachtgeweer die me staande houdt. Ik noem een naam, eens gelezen op de spiegel van een boerenwagen. Hij laat me door. De brug over de Nahe bij Bingen wordt zwaar bewaakt. Ik heb geen keus: wachten en bidden tot er wat gebeurt. Een jachtbommenwerper duikt uit de wolken en besproeit alles met kogels. Dat maakt de weg vrij. In de nammidag doorgelopen naar Bacharach. Daar geeft een Hollandse schipper me een jasje en een pet. Dat redt me de volgende dag bij een aanhouding door een SS'er. Dan de hulp van een dominee. Hij is anti-nazi, zijn beide zoons werden terechtgesteld, nadat ze weigerden Joden op te jagen. Hij geeft me kleding en geld voor de trein. Toen deze beschoten was en niet verder kon was het lopen, steeds in noordelijke richting, de Rijn volgend. ERgens in het noordwesten weet ik Ameide, maar het is nog ver weg. Een schipper helpt me bij ziekte. Van Duitse huisvrouwen krijg ik soms wat. Beschimmeld brood heb ik gegeten, gevonden langs de weg. Uiteindelijk de stad Bonn bereikt, maar het adres mij door de dominee gegeven blijkt verdwenen na een bombardement. Me toen aangesloten bij een hoge functionaris met een zware tas. Hem daarmee geholpen en zo samen de brug over bij Keulen. Met het laatste geld een kaartje genomen naar Wuppertal in het Roergebied, in elk geval in de goede richting. Maar gearresteerd door de Duitse politie. Na drie dagen verhoord en in vrijheid gesteld. De commissaris had een hekel aan de SS en daarvan kon ik gebruik maken. Ik kreeg zelfs een vreemdelingenpas. Een echt wonder, zo heb ik dat ervaren! Er vertrok een transport doodzieke Hollanders met de trein en daar kon ik me bij aansluiten. Ondanks beschietingen onderweg heelhuids in Bentheim aangekomen. Het was een miserabel groepje mannen dat het laatste stuk naar Oldenzaal liep. Het Rode Kruis ving ons op. Die nacht nog naar het westen met de trein, bestemming Rotterdam, maar in Utrecht uitgestapt. Door een kameraad uit Jaarsveld in een kano over de Lek gezet. Op de dijk in Achthoven bijna gesnapt door de Feldgendarmerie. Via de Liesstigt en de Pollie richting ouderlijk huis. Termei was gelukkig niet veranderd in die acht maanden. Komend over de Achterweg hoorde ik de voetstap van broer Kees, op weg naar de schuur. Het was een heerlijk weerzien, allen blij en dankbaar. Anderen hebben soortgelijks beleefd. Ik vertel hier alleen maar wat mij is overkomen. Ik heb later de Duitse dominee opgezocht en zijn vrouw is enkele dagen naar Holland gekomen. Ik heb het overleefd maar dat geldt niet voor vele anderen. Op de steen hiervoor staan hun namen en die mannen gedenken we nu. Men leest vrijwel dagelijks over de concentratiekampen. Andere Duitsers waren er echter ook, zoals de dominee en de vrouwen die me te eten gaven. Ik heb aan lichaam en ziel ervaren wat VRIJHEID voor een mens betekent, het is een groot GOED. Peter van Toor |