Het verzet


                             Knokploeg Rotterdam Zuid


Zoals ook elders werden in Rotterdam ook een aantal knokploegen opgericht, waarvan de knokploeg Rotterdam Zuid als vierde grootste bekend staat. Deze ploeg was opgenomen in het grote verband 'landelijke knokploegen' maar bestond reeds langer als zelfstandige ploeg. De oprichting van deze ploeg was in het voorjaar van 1944 reeds een feit.
De grondleggers van de ploeg waren
Jan Engberts (Lange Jan), Kees Bitter
(Kleine Kees) en Piet Roubos (Bolle Piet).
De ploeg stond in de beginfase onder leiding van de 24 jarige Lange Jan, die als enige van het gezelschap een militaire training had gevolgd. De leden van de ploeg waren allen 24 jaar en m.u.v. van Lange Jan allen protestants.

Leden KP-Zuid voor Verkoopbureau van de Consumptie Melk Centrale bij de Stieltjesstraat. Zittend: Wijnand Sparreboom, Herman Haan (gitaar), Piet Roubos, Cor van Seters. Staand: Bertus Torcque, Hotse Sijtsma, Eco Fluit, ?, ?, Klaas Boender.

De eerste activiteiten van de knokploeg waren illegaal kruimelwerk. De werkzaamheden bestonden voornamelijk uit het buitmaken van distributiebonnen en wapens en licht sabotagewerk, zoals het vernielen van het benzinespoorlijntje van Feijenoord naar Pernis, ter hoogte van de Zuiderbegraafplaats in Rotterdam Zuid.

Twee activiteiten uit de periode waarin de ploeg nog slechts uit vier man bestond springen eruit, n.l. de overval op het Huis van Bewaring aan de Noordsingel op 6 juni 1944 en de actie om een klein distributiekantoor in de buurt van Utrecht te overvallen. Deze actie liep uit op een fiasco. In juli vertrokken de vier leden van de Knokploeg Rotterdam Zuid richting Utrecht en stopten in een café in IJsselstein om de plannen voor de laatste keer door te nemen. Tegenover het café lag echter het plaatselijke distributiekantoor, dat na een aantal overvallen scherp werd bewaakt. Toen de politieagenten vanuit het distributiekantoor de drie mannen het café in zagen gaan roken zijn onraad. Ook de vrouw van de NSB burgemeester Henri Moot had haar man gewezen op een auto die een paar keer door de straat was gereden. Hierop stuurde Moot twee agenten het café in.
Toen de agenten het café in kwamen en naar de vier KP'ers toeliepen trok Kees zijn pistool en schoot de beide agenten neer.

Gevolg van de mislukte actie was, dat Lange Jan als leider van de Knokploeg Rotterdam Zuid werd afgezet en Kees Bitter zijn opvolger werd. Nadien werd de knokploeg in het grote verband van de Landelijke Knokploegen opgenomen en groeide het aantal verzetsdeelnemers gestaag. Eind september 1944 voegde zich de Knokploeg Den Haag bij deze van Rotterdam Zuid. Mede n.a.v. een aantal spectaculaire acties in Den Haag moest deze ploeg op zoek naar een ander adres. Hun taak was voornamelijk vastgeteld op het verrichten van koeriersdiensten voor de andere Rotterdamse ploegen.

Echter medio September kreeg de Haagse knokploeg de opdracht een aanslag te plegen op een hoofd-kwartiermeester van de staatspolitie Maarten F. De gehate politieagent werd rond 15.30 uur ter hoogte van Dorpsweg 157 neergeschoten. Hij overleed diezelfde avond rond 20.30 uur. Kort na deze aanslag, die plaatsvond op 24 Oktober werd de leider van de Haagse ploeg gearresteerd (26 Oktober 1944) en de dagen daarna werd ook een groot deel van de Haagse knokploeg op onverklaarbare wijze gearresteerd en later geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte. De vraag die gesteld werd was natuurlijk: Zou de leider van de Haagse ploeg hebben doorgeslagen en zijn collega's aan de Duitsers hebben overgeleverd?

Kort daarop, op 27 Oktober 1944 werd Kees Bitter door de SD gearresteerd. Na de arrestatie van Kees Bitter werden plotsklaps allerlei KP huizen doorzocht en mensen voor verhoor meegenomen of gearresteerd. Het oude stamhuis aan de Smeetslandschedijk werd door de SD in brand gestoken.
Veel onbeantwoorde vragen en een grote achterdocht was inmiddels ontstaan t.a.v. Kees Bitter. Hoe konden de Duitsers dit alles weten? Had Kees de boel verraden? Kortom er gebeurde allerlei zaken die voor de knokploeg Rotterdam Zuid alleen maar verklaard konden worden door verraad van Kees.
Na de arrestatie van Bitter door de SD werd Eduard Schilderink (Noor) leider van de knokploeg Rotterdam Zuid. De geminimaliseerde Haagse ploeg had Rotterdam Zuid inmiddels verlaten, terwijl de knokploeg Zuid doorging met een aantal zeer gewaagde acties, waarvoor een speciale 'havensabotageploeg' in het leven werd geroepen, die moest voorkomen, dat de Duitsers schepen lieten zinken in de Rotterdamse waterwegen en zo de Geallieerde aanvoer van mensen en materieel zouden kunnen blokkeren.
Belangrijke acties waren het tot zinken brengen van de Hansa, de Schönfeld en de Westerdam, die door deze acties niet meer gebruikt konden worden als blokkadeschip voor de Nieuwe Waterweg. 

 

De Westerdam

 De Hansa


Het leiderschap van Noor verliep echter niet zonder problemen, vooral vanaf januari 1945 werd hij steeds meer bekritiseerd en werd hem een lakse houding verweten. Een aantal acties die door de gecombineerde knokploegen van Rotterdam zouden worden uitgevoerd mislukten vanwege het lakse optreden van Noor. Een van die acties was de overval op de Aussenstelle aan de Heemraadsingel. De houding van Noor werd beter toen een tussenpersoon werd aangewezen, die de communicatie tussen Rotterdam Zuid en de leiding van de Rotterdamse knokploegen moest coordineren.

Uiteindelijk werden in die periode nog een aantal belangrijke acties uitgevoerd, zoals de overval op het distributiekantoor in IJsselmonde in Januari, de liquidatie van Jantje S. een beruchte zwart handelaar in februari en de poging om de executie van 20 mensen aan de Pleinweg te voorkomen. De hele ploeg Rotterdam Zuid begon zich langzaam op te maken voor de bevrijding van Rotterdam en de bescherming van een aantal vitale objecten. De knokploeg Zuid en de Raad van Verzet vormden samen het Achtste Bataljon, die op haar beurt weer deel uitmaakte van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het Achtste Bataljon werd belast met de bescherming van de Maasbruggen, de telefooncentrale en de luchtbrug bij de Stadionweg.

Op zaterdag 5 Mei kwamen allerlei verwarrende berichten binnen bij het Achtste Bataljon. De bekendmaking dat de Duitsers capituleerden, maar ook, dat sommige Duitsers zich hier niets van aantrokken. Op 6 en 7 Mei bleef alles rustig, de BS had de opdracht geen politieke arrestaties te verrichten. Om 18.00 uur kwamen eindelijk het bericht, dat de Binnenlandse Strijdkrachten de orde moesten handhaven en dat zij zich nu openlijk voor het eerst met de wapens konden vertonen.

Ondanks de vele drama's die zich na 4 Mei nog afspeelden waarbij enkele leden van het Achtste Bataljon het leven lieten werden deze teleurstellingen overtroffen door de vreugde van de bevrijding. Al met al zat het illegale werk van de knokploeg Rotterdam Zuid erop.






© Copyright Sion 2002 - 2013


Bron van dit materiaal is het boekje `Knokploeg Rotterdam Zuid´ van Albert Oosthoek.








 Contact

 Credits

Gastenboek

 Disclaimer

 Home