Toen de agenten het café in kwamen en naar de vier KP'ers toeliepen trok Kees zijn pistool en schoot de beide agenten neer. Gevolg van de mislukte actie was, dat Lange Jan als leider van de Knokploeg Rotterdam Zuid werd afgezet en Kees Bitter zijn opvolger werd. Nadien werd de knokploeg in het grote verband van de Landelijke Knokploegen opgenomen en groeide het aantal verzetsdeelnemers gestaag. Eind september 1944 voegde zich de Knokploeg Den Haag bij deze van Rotterdam Zuid. Mede n.a.v. een aantal spectaculaire acties in Den Haag moest deze ploeg op zoek naar een ander adres. Hun taak was voornamelijk vastgeteld op het verrichten van koeriersdiensten voor de andere Rotterdamse ploegen. Echter medio September kreeg de Haagse knokploeg de opdracht een aanslag te plegen op een hoofd-kwartiermeester van de staatspolitie Maarten F. De gehate politieagent werd rond 15.30 uur ter hoogte van Dorpsweg 157 neergeschoten. Hij overleed diezelfde avond rond 20.30 uur. Kort na deze aanslag, die plaatsvond op 24 Oktober werd de leider van de Haagse ploeg gearresteerd (26 Oktober 1944) en de dagen daarna werd ook een groot deel van de Haagse knokploeg op onverklaarbare wijze gearresteerd en later geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte. De vraag die gesteld werd was natuurlijk: Zou de leider van de Haagse ploeg hebben doorgeslagen en zijn collega's aan de Duitsers hebben overgeleverd? Kort daarop, op 27 Oktober 1944 werd Kees Bitter door de SD gearresteerd. Na de arrestatie van Kees Bitter werden plotsklaps allerlei KP huizen doorzocht en mensen voor verhoor meegenomen of gearresteerd. Het oude stamhuis aan de Smeetslandschedijk werd door de SD in brand gestoken. De Westerdam De Hansa Het leiderschap van Noor verliep echter niet zonder problemen, vooral vanaf januari 1945 werd hij steeds meer bekritiseerd en werd hem een lakse houding verweten. Een aantal acties die door de gecombineerde knokploegen van Rotterdam zouden worden uitgevoerd mislukten vanwege het lakse optreden van Noor. Een van die acties was de overval op de Aussenstelle aan de Heemraadsingel. De houding van Noor werd beter toen een tussenpersoon werd aangewezen, die de communicatie tussen Rotterdam Zuid en de leiding van de Rotterdamse knokploegen moest coordineren. Uiteindelijk werden in die periode nog een aantal belangrijke acties uitgevoerd, zoals de overval op het distributiekantoor in IJsselmonde in Januari, de liquidatie van Jantje S. een beruchte zwart handelaar in februari en de poging om de executie van 20 mensen aan de Pleinweg te voorkomen. De hele ploeg Rotterdam Zuid begon zich langzaam op te maken voor de bevrijding van Rotterdam en de bescherming van een aantal vitale objecten. De knokploeg Zuid en de Raad van Verzet vormden samen het Achtste Bataljon, die op haar beurt weer deel uitmaakte van de Binnenlandse Strijdkrachten. Het Achtste Bataljon werd belast met de bescherming van de Maasbruggen, de telefooncentrale en de luchtbrug bij de Stadionweg. Op zaterdag 5 Mei kwamen allerlei verwarrende berichten binnen bij het Achtste Bataljon. De bekendmaking dat de Duitsers capituleerden, maar ook, dat sommige Duitsers zich hier niets van aantrokken. Op 6 en 7 Mei bleef alles rustig, de BS had de opdracht geen politieke arrestaties te verrichten. Om 18.00 uur kwamen eindelijk het bericht, dat de Binnenlandse Strijdkrachten de orde moesten handhaven en dat zij zich nu openlijk voor het eerst met de wapens konden vertonen. Ondanks de vele drama's die zich na 4 Mei nog afspeelden waarbij enkele leden van het Achtste Bataljon het leven lieten werden deze teleurstellingen overtroffen door de vreugde van de bevrijding. Al met al zat het illegale werk van de knokploeg Rotterdam Zuid erop.
|