In de vroege ochtend van zondag 23 April 1944 hoorden melkende boeren het geronk van zware vrachtwagens op de Kerkweg in het dorp Lekkerkerk. Bij het aanbreken van het daglicht bleek dat het dorpje was afgezet en dat de Duitsers bezig waren met huiszoekingen. Tussen 06.00 en 07.00 uur kwamen steeds meer Duitsers het dorp binnen, nu niet in vrachtauto's, maar deze keer in normale personenauto's. De weermachtsoldaten, zij waren het die om 05.00 uur Lekkerkerk waren binnengereden met hun zware vrachtauto's, hadden de dorpskern omsingeld. Er werden posten uitgezet, o.a. op het kruispunt Kerkweg - Tiendweg. Toen Aart Berger rond 07.00 uur met zijn bakfiets en melkbussen terug kwam van het melken werd hij op het kruispunt aangehouden. Hij kon zijn persoonsbewijs niet tonen en werd vastgehouden. Zo'n 20 minuten later mocht hij doorrijden naar huis.
Dirk de Graaf hoorde toen hij thuis kwam van het melken, dat zijn vader was bezocht door twee mannen in uniform. Eén van die twee was een oud Lekkerkerker, Aris Oudenaarden, een man die heel vroeger als knechtje bij een boer in Opperduit had gediend.
Op latere leeftijd was Oudenaarden politieman geworden en aangezien hij Duits gezind was ging hij dienst doen bij de Sicherheitsdienst in Gouda. Hij was opgeroepen om bij deze razzia aanwezig te zijn.
De begroeting van vader Van der Graaf: "hé Aai, bin jij d'r ook bij" vond Oudenaarden waarschijnlijk wat onaangenaam amicaal. Hij verdween tenminste rap.
Meer werk van de huiszoeking werd gemaakt bij de buren van Van der Graaf, de familie van Sip van Wijnen. Gelukkig vonden ze niet wat ze zochten, n.l. de twee onderduikers, John Taal en een medeonderduiker uit Oud Beijerland. Een echt systeem in de huiszoekingen was er niet. Men zocht hier en daar en sommige huizen kwamen helemaal niet aan de beurt.
Marien Ligthart, wonende aan de Lek trof het minder goed. Hier werden twee radio's aangetroffen en Ligthart met gedwongen met onder elke arm een radio naar het dorp te lopen.
Het doel van de razzia: het arresteren van bepaalde personen.
De huiszoekingen bleken niet het uiteindelijke doel van de razzia. De bedoeling was een aantal prominente mensen te arresteren.
Boven aan de lijst stond oud-burgemeester van Lekkerkerk Roos, die op dat moment lid was van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, waar hij in 1938 bij de provinciale verkiezingen werd verkozen.
Bij het huis van Roos werden een aantal Duitse wachtposten weggezet en rond 08.00 uur gingen een aantal soldaten naar binnen.
Roos kreeg de opdracht zich te kleden en mee te gaan. De Lekkerkerkers zagen de oud-burgemeester in een vrachtauto stappen die klaar stond bij de Gereformeerde Kerk aan de Kerkweg. De afzettingen in Lekkerkerk waren het werk van weermachtsoldaten, terwijl de arrestaties werden gedaan door leden van de Sicherheitspolizei en de Sicherheitsdienst uit Gouda, Den Haag en Rotterdam.
Een tweede groep ging naar het huis van Cor den Oudsten op de Lange Achterweg. Den Oudsten had via Aart van Gijs Broere een seintje gehad dat een razzia aan de gang was. De procedure was hier hetzelfde als bij Roos. Wat controles, een beetje rondkijken, aankleden en mee!
Inmiddels waren andere arrestatiegroepen naar de Schuwacht gereden, waar een groep stopte bij het Groene Kruisgebouw waar de familie Huig Ligthart Schenk woonde. Het huis werd doorzocht en een tas met zilveren munten werd in beslag genomen. De oude munten hadden reeds ingeleverd moeten zijn en in dit geval werd dus een strafbaar feit gecon-stateerd. Ook Huig Ligthart Schenk kreeg het bevel zich aan te kleden en mee te gaan.
Hij werd evenals den Oudsten met de personenauto naar de militaire vrachtwagen gebracht waar Roos nog zat te wachten. Kort na Schenk volgde den Oudsten.
Intussen waren de Duitsers de woning van de familie de Vries binnengedrongen, de broers Piet en Huibert sliepen nog. Het was de Duitsers te doen om Huibert, die opdracht kreeg zich aan te kleden.
Zijn schooltas werd in beslag genomen en ook Huibert moest plaats nemen in de vrachtwagen.
Een oude weermachtsoldaat hield de wacht bij de vrachtwagen. Waarschijnlijk had deze soldaat niet veel op met het nazisysteem, want hij zei tegen de vier: "papieren weg" en wees daarbij op de ruimte tussen het dekzeil en de laadklep. Een aantal papieren verdwenen tussen deze ruimte en de soldaat schoof de papieren met zijn laars in de Kerkvliet.
Een andere arrestatiegroep stopte bij het huis van de 18 jarige Jan Brand, die ook werd opgepakt en met de personenauto werd afgevoerd naar de vrachtauto, die inmiddels wat verder in de richting van het Raadhuisplein was gereden. Naast de arrestanten hadden inmiddels een aantal soldaten plaats genomen, zodat onderling contact niet meer mogelijk was. Als zesde en laatste kwam Marien Ligthart met twee radio's onder zijn armen aanstappen.
De actie was klaarblijkelijk afgelopen, want de vrachtauto startte en reed het dorp uit, richting Gouda. De burgers kwamen de straat op, er bleek echter niets van openlijke verontwaardiging of woede. In het openbaar moest men zwijgen en lijdzaam toezien!
Heemraadsingel, Haagsche Veer en verder... De vrachtauto met de gearresteerden maakte op weg naar Rotterdam een korte sanitaire stop voor Roos en reed naar het gebouw van de Sicherheitsdienst aan de Heemraadsingel. Viel de oogst uit Lekkerkerk, het broeinest van illegaliteit en onderduikers wat tegen? Eén van de aanwezigen riep tenminste: "niet meer dan zes"? De zes werden in een grote kamer bij elkaar gezet en een voor een werden zij in een kleiner kamertje kort verhoord, moesten daarbij hun zakken leeghalen en hun spulletjes inleveren.
Als eerste was Roos aan de beurt. Na terugkomst in de grote kamer vertelde hij, dat er volgens de Duitsers bij hem een grote aanhankelijkheid voor de koningin was geconstateerd en dat de rest allemaal onduidelijk was. Cor den Oudsten verteld bij terugkeer, dat ze hem van communistische sympathieën verdachten. Huibert de Vries werd een stommeling genoemd, omdat hij zijn ausweiss niet had laten verlengen op zijn verjaardag. De verhoren waren kort en de reden voor de arrestaties erg onduidelijk. Met een auto van de Nederlandse politie werden de zes naar de Haagsche Veer gebracht en opgesloten. Contact was niet meer mogelijk. Een van de politeagenten, A. Mudde, had contacten in Lekkerkerk en al snel wist men thuis wat er van de arrestanten geworden was. Later zou via dit contact regelmatig informatie lekken over o.a. de verhoren die zouden volgen. De Duitsers waren die zondagochten het dorp nog niet uit of de geruchtenstroom kwam op gang. Binnen een paar dagen wisten een aantal mensen waarom dat Roos, den Oudsten en de anderen waren gearresteerd en zelfs wie de verraders waren. Maar de vraag die bleef hangen: Was er sprake van verraad?
|