Kamp Vught heet tijdens de oorlog officieel Konzentrationslager Herzogenbusch. Het enige SS-concentratiekamp in Nederland. Het kamp in Westerbork is een doorgangskamp voor Joden. Kamp Vught is hetzelfde georganiseerd als de kampen in nazi-Duitsland. Maar de gevangenen worden minder hard behandeld dan in de andere kampen. De nazi's willen zo voorkomen, dat de Nederlandse bevolking gaat protesteren tegen de behandeling.
De keuze van de plaats voor het kamp was goed doordacht. Vught lag temidden van spoorwegen en autowegen en in het nabij gelegen Den Bosch liggen allerlei hoofdkantoren van Duitse instanties. Vanaf 1942 wordt er gebouwd aan het kamp. De opzet van het kamp is ruim 1 kilometer lang en 400 meter breed. Om het kamp heen loopt een door gevangenen gegraven gracht. Aan beide kanten van het kamp staat een hoge prikkeldraad versperring.
Om de 100 meter is een wachttoren weggezet, met bewakers, schijnwerpers en mitraillieurs. De bewakers op de torens zijn bijna allemaal Nederlanders, die de kant van de Duitsers hebben gekozen.
Tussen Januari 1943 en September 1944 zitten meer dan 31.000 mannen, vrouwen en kinderen gevangenin het kamp. Onder hen meer dan 12.000 Joden die via Vught naar kamp Westerbork worden gebracht. In Vught zitten ook ongeveer 19.000 politieke gevangenen, verzetstrijders, zwervers, Sinti en Roma, Jehova's, homosexuelen, zwarthandelaren en misdadigers. Vrouwen zitten in Vught in een speciaal vrouwenkamp. Tenminste 750 mensen sterven in het kamp door ziekte en mishandeling of worden op de fusilladeplaats buiten het kamp doodgeschoten. Begin September 1944 wordt het kamp ontruimd. De geallieerde legers komen steeds dichterbij. De gevangenen worden op de trein gezet naar kampen in Duitsland. Op 26 Oktober 1944 wordt het lege kamp Vught bevrijd.
Gevangenen die in het kamp aankwamen moesten alles afgeven. Alle kleding moest uit, er werd gedoucht en de haren werden afgeschoren. De mannen kregen een gestreept gevangenispak en de vrouwen een jurk of overall. Op de borst werd een gekleurde driehoek gedragen. Aan de kleur van de driehoek werd afgelezen waarom iemand in het kamp zat. Misdadigers hadden een groene driehoek, politieke gevangenen hadden een rode, homosexuele een roze, zigeuners een zwarte enz. Elke dag is er twee of drie keer appel. Dit geldt niet alleen voor de volwassenen, maar ook voor de kinderen. Na het ochtendappel moesten de gevangenen aan het werk.
De gevangenen in Vught moesten zes en een halve dag werken. Van februari 1943 tot juni 1944 was er een speciale werkplaats van Philips. Voor de gevangenen heeft het werken bij Philips grote voordelen. Zij worden voorlopig gevrijwaard van deportatie en krijgen extra voedsel (Philips prak). Daarnaast werden gevangenen met werkervaring bij deportatie naar andere kampen vaak ingedeeld bij werkcommando's en niet direct vermoord.
De gevangenen maken o.a. knijpkatten, radio's en radiobuizen. Uiteindelijk was het een sabotagedaad van de lopende band die ervoor zorgde, dat de Philipsafdeling werd opgeheven door de SS. Ook buiten het kamp werken gevangenen, de z.g. buitencommando's. Arbeiders werken o.a. in Breda, Den Bosch, Moerdijk, Den Haag, Eindhoven, Haaren, St. Michielsgestel, Venlo, Arnhem, Tilburg en Roosendaal. Ook in het kamp zijn de werkzaamheden verdeeld over de gevangenen. De keuken, de wasserij, de administratie, de naaiateliers en bij het onderhoud van het kamp werden gevangenen ingezet. Vanuit Vught zijn, voorzover nu bekend, 93 gevangenen ontsnapt. Vijftien van hen werden weer opgepakt, zeven op de vlucht doodgeschoten. De meeste ontsnapten overigens vanuit de buitencommando's, die minder zwaar werden bewaakt. Gevangenen die waren ontsnapt en opnieuw werden opgepakt, kregen een rode stip op de rug, als teken dat zij vluchtgevaarlijk waren. Na de bevrijding van het kamp wordt het gelijk weer een gevangenkamp. Nu worden er collaborateurs en oorlogsmisdadigers vastgezet. Ook wordt een groep Duitsers naar Kamp Vught overgebracht. Deze Duitsers woonden in het oorlogsgebied en moesten daar weg. Na de oorlog blijven er nog een aantal jaren oorlogsmisdadigers en collaborateurs vastzitten. Vanaf 1951 wonen op een deel van het kampterrein Zuid-Molukkers. Zij komen uit de Nederlandse kolonie Indonesie. Ze verwachten dat ze korte tijd in Nederland zullen blijven, totdat ze een eigen staat krijgen op de Molukken. Dat gebeurt echter niet. Tegenwoordig staan op het terrein van het Nationaal Monument Vught twee kazernes, een gevangenis, het Moluks woonoord Lunetten en natuurlijk het Nationaal monument Kamp Vught.
|