Nederland in de Tweede Wereldoorlog


                   Krijgsgevangenkamp ´De Biesbosch`
a
a
Sinds de Elisabethsvloed is de Biesbosch een gebied met een weke bodem, waar het getij vrij spel had. Elk etmaal overspoelde de vloed het land. Er ontstond een ingewikkeld patroon van brede en smalle kreken, er vormden zich eilandjes, die steeds onder water kwamen te staan, een wilde plantengroei van elzen, biezen en riet, vooral veel en hoog opschietend riet en grienden, die het uitzicht belemmerden.

Voor de Duitsers was de Biesbosch een gebied dat vrees opriep, zij hadden grote angst voor het stijgende en zakkende water, dat de terugweg afsneed en de smalle paadjes die door het moeras kronkelden, voor de hoge begroeing, waarachter zich van alles kon verbergen en zij konden geen inschatting maken van de draagkracht van de slappe grond. Kortom, zij waagde zich liever niet in de Biesbosch, een gebied waar iedereen die zich aan de Duitse greep wilde onttrekken graag zijn toevlucht zocht.

De Brabantse Biesbosch, doorsneden met kreken, hoge begroeing en onbetrouwbare slappe grond. Een plaats waar de Duitsers liever niet kwamen, ondanks dat men wist, dat dit gebied een broeinest was van verzetsactiviteiten.


De eerste onderduikers, die het gebied gebruikte om zich te verschuilen waren schippers. Het hoge riet, de grienden en de kronkelende kreken maakte dit een gebied, waar zelfs hele schepen zich aan de Duitse aandacht konden onttrekken. Een aantal schippers brachten hun schip in veiligheid toen de Duitsers begonnen de Nederlandse schepen te vorderen. Toen duidelijk werd, dat de Duitsers ervoor terugdeinzden om het gebied te betreden volgden al snel andere mensen, die om een of andere gevaar liepen.  Het gebied viel onder de LO-KP het Land van Heusden en Altena. Beroepsmilitairen, Joden, illegale werkers en piloten zochten er een veilig onderkomen. In korte tijd liep het aantal onderduikers op tot 300. Een aantal boeren die hun boerderijen hadden op de bedijkte gronden tussen het moeras zorgden voor het voedsel. Zij zagen zelden een Duitse soldaat. Veel van de onderduikers werkten op de boerderijen en een ander deel deed illegaal werk vanuit de Biesbosch. Een voorbeeld van een zeer zeldzame razzia in de Biesbosch vond plaats op 16 mei 1944. Volgens de geruchten was er verraad in het spel en wisten de Duitsers van de verplaatsing van een schip met onderduikers, dat verlegd moest worden en dieper de rietvelden in verplaatst zou worden. Een Duitse motorboot voer het gebied in en betrapte de onderduikersboot. De schipper zag kans om zijn boot tegen de oever van de kil te brengen en de onderduikers sprongen overboord en vluchtten het riet in. Terwijl de meeste onderduikers zich in het hoge riet uit de voeten maakten, konden twee personen hun nieuwsgierigheid niet onderdrukken en kwamen te dicht bij de Duitse boot. Zij werden opgepakt en gedwongen hun kameraden te roepen. uiteraard hadden die zich al lang in veiligheid gebracht. De angst voorkwam, dat de soldaten dieper de Biesbosch introkken en zij stelden zich tevreden met twee arrestanten. De boot werd in brand gestoken en zij dropen af.

Klik voor grotere afbeelding!

Het hele gebied van de Biesbosch, de vierhoek Dordrecht, Werkendam, Drimmelen, Lage Zwaluwe vormde grofweg het gebied dat krioelde van de illegale activiteiten.


Op Dolle Dinsdag smeedden de KP´ers drieste plannen om Duitse doelen te overvallen, vooral die aan de Amer en de Merwede en om de confrontatie aan te gaan met patrouilles in het land van Altena. De leiding van de KP verbood dit uit angst voor represailles. Echter werd, in samenwerking met de KP onder leiding van Dick, die tevens LO-districtsleider Land van Heusden en Altena was, een schip ter beschikking gesteld, dat verscholen lag in het riet.  De eerste aanleiding hiertoe was de ontmoeting met twee SS´ers, die wilden onderduiken en in ruil voor burgerkleding hun wapens af wilden staan. Dat was muziek in de oren van het verzet. Er was een nijpend tekort aan wapens en de gevangenname van Duitse soldaten bood mogelijkheden. Elke Duitse soldaat die krijgsgevangen werd gemaakt droeg wapens, die de LKP goed kon gebruiken. Dus men kreeg toestemming om terugtrekkende Duitsers gevangen te nemen en ze onder te brengen op de boot, die als krijgsgevangenkamp werd ingericht. De KP'ers deden zo hun best, dat in een wat later stadium twee boten moesten worden gebruikt om de gevangenen onder te brengen.

De Duitsers die gevangen genomen werden kwamen veelal van Drimmelen. Zij werden op een bepaalde plaats tussen de brug van Sint Jan en de mond tegenover Drimmelen opgewacht. Een zeer lukratieve valstrik was er bij de Amer. Daar zette een veerman steeds groepjes van vier of vijf Duitsers over, die door de KP werden opgewacht, gevangen genomen en ontwapend. De veerman, die in eerste instantie niet op de hoogte was van het complot, nam later deel aan het complot en zorgde ervoor, dat er steeds kleine groepjes werden overgezet, die gemakkelijk konden worden overmeesterd. Niet alle Duitsers lieten zich echter gevangen nemen, soms werden vuurgevechten geleverd, waarbij in totaal 8 Duitse soldaten omkwamen. Behalve in de Biesbosch waren ook in de Langstraat en in Breda krijgsgevangenen gemaakt, echter door het wegblijven van de geallieerde troepen kon men deze hier niet handhaven en ook zij werden overgebracht naar het krijgsgevangenkamp in de Biesbosch. 

Zo waren er tenslotte 78 krijgsgevangen soldaten op twee schepen. Het grootste gedeelte was Duits, maar ook een enkele Pool, Italiaan en zeven Nederlandse SS´ers bevonden zich in deze groep. De krijgsgevangenen werden bewaakt door KP´ers en twee Amerikaanse piloten, die hier ondergedoken zaten.

 

5 november 1944 de groep krijgsgevangenen uit de Biesbosch in Drimmelen tijdens de overdracht aan de geallieerden troepen. De groep staat opgesteld voor de overdracht.


Toen de bevrijding uitbleef werd de situatie in het kamp zeer moeilijk. Het Land van Heusden en Altena stroomde vol met terugtrekkende Duitse troepen, waardoor de aanvoer van levensmiddelen zeer gevaarlijk werd. De boeren uit het gebied waren tegen het plan van het krijgsgevangenkamp geweest, maar deden hun best om voedsel aan te leveren. De gevangenen in de scheepsgevanenis vervuilden steeds meer. Ze waren met luizen bedekt en sliepen op stro, dat wemelden van de luizen en vlooien. Er brak zelfs dysentrie uit, dat een aantal levens eisten, ondanks het regelmatige bezoek van een dokter. In verband met onderlinge ruzies werd besloten de Nederlandse SS´ers te executeren. De toestand werd zeer kritiek, toen een Duitse soldaat bij een arrestatiepoging kon ontsnappen en ondanks de doolhof Dordrecht kon bereiken. Direct kwam vanuit de illegaliteit in Dordrecht een ernstige waarschuwing, dat een gemotoriseerde colonne en vliegtuigen op weg waren naar de Biesbosch om de Partisanen uit te roeien. Er werd ernstig overwogen om alle gevangenen om te brengen en het kamp te liquideren. De razzia leverde echter niets op, blijkbaar was de Biesbosch te ingewikkeld voor de Duitsers om resultaat te boeken. Het maakte wel duidelijk, dat de situatie zoa langzamerhand onhoudbaar werd en men heeft serieus overwogen om de resterende krijgsgevangenen te liquideren.

Echter op 5 november 1944 deed zich een onverwachte poging voor om de gevangenen over te brengen naar het inmiddels bevrijdde Drimmelen. De overtocht verliep goed en hier werd de groep overgedragen en verder naar een Engels krijgsgevangenkamp bij Breda overgebracht. Na 5 november 1944 liep de Biesbosch leeg. Niet alleen de krijgsgevangenen, maar ook onderduikers, verzetsstrijders en schippers met hun schepen kwamen uit hun schuilplaatsen tevoorschijn om zich naar het bevrijdde zuiden te begeven en zich ten dienste te stellen van de geallieerde troepen.

De Duitsers bleven bevreesd voor het gebied, alhoewel zij langs de randen ervan veel posten hadden ingericht, toen zij bemerkten, dat de ´Partisanen´ verdwenen waren. Een heel ander, niet minder gevaarlijk spel speelde zich nu af in de Biesbosch. De Biesbosch werd het toneel van de "Crosser-lines". Kenners van het gebied loodsten piloten, verzetsstrijders, spionnen en vertrouwensmannen van de regering vanuit het bezette gebied veilig door de Biesbosch naar het bevrijdde gebied en weer terug.

 

Verklaring van de Poolse commandant over de 'ontvangst' van 75 krijgsgevangenen op 6 november 1944.


Een verhaal speelt echter nog steeds. Het betreft een groep Joodse onderduikers op het eilandje de Honderd en Dertig in de Biesbosch. Zij werden door twee 'Crossers', Bertus en Leen ontdekt tijdens een crossing vanuit Drimmelen en naar het bevrijdde Drimmelen gestuurd. Wie bijzonderheden kan verstrekken wordt verzocht contact op te nemen.






© Sion Soeters 2002 - 2013

 




     Contact

     Credits

    Gastenboek

     Disclaimer

     Home