Herinneringen van Jan de Werd aan de Arbeidsdienst in Kiel a Toen Duitsland Polen aanviel, zagen wij wel dat het helemaal fout ging. Toen bestond er ook in ons gezin een anti-Duitse stemming. Daarvoor had Hitler Oostenrijk al bezet, en was Dollfuss vermoord. Dat maakte een diepe indruk, en de mensen zeiden dat het nationaal-socialisme een regime was waar je enorm mee op moest passen. En daarna kwam ook nog de bezetting van Tsjecho-Slowakije. Dat Duitsland ook Nederland aanviel, was desondanks een totale verrassing. Er was geen ultimatum geweest. Toen wij de radio aanzetten, hoorden wij dat de koninklijke familie het land had verlaten. Het was een heel verward verhaal, en de regering wist ook niet goed hoe zij moest reageren, want zij was er niet op voorbereid.
Het was natuurlijk verschrikkelijk toen Rotterdam gebombardeerd werd. Wij woonden in Vlaardingen op nog geen tien kilometer afstand, en hebben de brand en rookwolken van nabij gezien. Het kwam midden in de nacht. Om een uur of vijf, zes zijn wij opgestaan omdat wij hoorden dat er iets aan de hand was, en toen zagen wij allemaal vliegtuigen rondvliegen en een heel luchtgevecht. Wij stonden allemaal buiten in de tuin en op straat, wat heel gevaarlijk was, want er werden ook bommen gegooid. En wij zagen Duitse toestellen naar beneden storten, en er hingen allemaal Duitsers aan parachutes die later werden gearresteerd. Een paar dagen daarna ben ik in Rotterdam geweest. De hele binnenstad was totaal verwoest en het brandde en smeulde nog. Ik kende Rotterdam erg goed, de Coolsingel en zo, en dat was er allemaal niet meer. Ik was nog jong en het drong niet heel sterk tot mij door, maar toch waren het heel sensationele dingen. Bovendien vluchtten duizenden Rotterdammers toen naar Vlaardingen en moesten alle scholen voor hen gerequiseerd worden.
Van de Jodenvervolgingen merkte je in Vlaardingen heel weinig, omdat er niet veel Joden waren. Ik kende er niet één persoonlijk. Maar ik hoorde wel over de concentratie-kampen, omdat één van mijn jeugdvrienden uit de familie Pietersen daar terechtkwam. Hij was lid van de Vlaardingse verzetsgroep de Geuzen, één van de eerste verzetsgroepen in Nederland. Via een omweg hebben zij mij ook gevraagd of ik lid van wilde worden, maar ik vond het een beetje te gevaarlijk. Het waren meestal jongens die ook bij de padvinderij hadden gezeten, en ik kreeg de indruk dat het voor hen een soort voorzetting van de verkennerij was. Zij zijn uiteindelijk helemaal opgerold en in concentratiekampen terechtgekomen. Daarbij waren zo’n stuk of vijftien bij die ik goed kende. Zover ik weet is er niemand omgekomen, tenminste niet van degenen uit Vlaardingen. Maar zij hebben natuurlijk wel moeilijke jaren meegemaakt. In het begin dachten wij dat Duitsland zou winnen, maar dat heeft niet zo heel lang geduurd. Wij dachten dat zij meteen over zouden steken over de Noordzee. Daar heeft HitlerHHI Hitler echter geaarzeld, en dat is een grote fout van hem geweest. Wanner hij direct over het Kanaal naar Engeland was gegaan, was het waarschijnlijk een succes geweest. Ik heb later ook gelezen dat zijn adiveurs en astrologen hem dat hebben afgeraden. En toen Engeland zich sterk bewapende en Amerika een jaar later erbij kwam, dachten wij dat het voor Duitsland weleens verkeerd zou kunnen aflopen. De illegale bladen kwamen bij ons thuis niet. En Radio Oranje konden wij niet ontvangen, omdat wij radio-distributie hadden. Maar ik heb weleens uitzendingen gehoord bij kennissen die illegale radio’s hadden. Het speelde een belangrijke rol voor de mensen, want het werd aan elkaar doorgegeven. Er werd niet gedacht dat de Nederlanders zich zelf zouden kunnen bevrijden. Dat was onmogelijk, wij moesten bevrijd worden. Wij hadden helemaal geen leger meer, alleen maar de verzetsgroepen en daar wist je niet al te veel van wat daar gebeurde.
De transporten naar Duitsland In het begin kon je vrijwillig naar Duitsland. Er zijn toen wel mensen gegaan, vooral wanneer zij werkloos waren, maar de gedwongen arbeidsinzet begon pas in 1942. Ik werd zelf in 1943 opgeroepen. Ik ben toen wel wel vreselijk geschrokken en zag er erg tegenop. Maar het ging allemaal zo snel. Je moest de volgende dag al voor een recruteringscommissie komen, en werd er gekeken of je er geschikt voor was en waar je naar toe zou gaan. Mijn moeder heeft sterk gepleit dat ik niet geschikt was, maar daar werd niet naar geluisterd. Zij zeiden dat anders mijn vader of mijn broer genomen zouden worden. Mijn broer Jacques was er helemaal niet geschikt voor, omdat die psychisch niet in orde was, dus het was gewoon een dreigement. En binnen een paar dagen was je al weg. Het enige wat ik mee mocht nemen was een grote koffer met kleren. Ik had nog een mooi kostuum meegenomen, dat ik lang heb ik kunnen dragen tot het bij een bombardement is verbrand. Wij werden op de trein gezet naar Rotterdam, en daar vertrok een lange trein naar Duitsland. Het was een gewone trein met zitplaatsen, geen trein zoals naar de concentratiekampen. Van de anderen kende er een paar die ook uit Vlaardingen kwamen. Zij waren allemaal van mijn leeftijd tussen de twintig en vijfentwintig. De stemming was natuurlijk heel gespannen, maar omdat wij nog jong waren, konden het beter verdragen dan mensen van een hogere leeftijd. Het bijzondere was dat in Nederland overal aan de noodrem getrokken werd. Dan zag je de mensen uitstappen en het veld in lopen. Die zijn naderhand allemaal ondergedoken. Dat heb ik natuurlijk niet gedaan, want waar moest ik naartoe? Ik had geen onderduikadres. In totaal zijn er op deze manier zo’n veertig of vijftig man uitgestapt. Het waren echter nog normale treinen met Nederlandse machinisten en conducteurs, en die lieten het gewoon zijn gang gaan. Ergens in Midden-Duitsland in de buurt van Kassel zijn wij uitgestapt en in een kamp terechtgekomen. Daar zijn ongeveerd drie weken gebleven. Je kreeg te eten en je kon slapen, maar verder was er niets te doen. Iedere morgen moesten wij op appèl komen en daar bleek natuurlijk dat sommigen er niet meer bij waren, omdat zij uit de trein gestapt waren. Oorspronkelijk was het de bedoeling geweest dat wij naar Hamburg en Bremen zouden gaan, maar dat was onmogelijk, omdat die steden helemaal gebombardeerd waren. Er was toen een enorme uittocht van honderduizenden mensen aan de gang, die door Duitsland zwierven.
|