Tweede Wereldoorlogervaringen



Herinneringen van Jan de Werd aan de Arbeidsdienst in Kiel


a
Voor de oorlog
Ik ben in 1922 geboren als oudste van een gezin met zes kinderen. Mijn vader had voordien een modewinkel in Haarlem, en werkte later als etaleur in Rotterdam. Mijn eerste baan was bij de melkfabriek Emous in Vlaardinger Ambacht, waar ik op kantoor werkte. Omdat ik het daar niet naar mijn zin had, wilde ik priester worden en heb mij opgegeven voor de missionarissen van Mill Hill. Ik kwam toen in het missiehuis in Hoorn. Daar voelde ik mij  echter niet thuis met die slaapzalen en het strenge regime, en na een week of zes heb ik tegen de pater-overste gezegd dat ik er niet geschikt voor was. Die zei toen nog dat dat de bekoringen van de duivel waren, die dat altijd doet, maar daar geloofde ik niet in.

 

Ik begon toen te werken op het distributiekantoor in Vlaardingen. Vanaf 1939 kwamen steeds meer dingen op de bon. Dat hing samen  met de Tweede Wereldoorlog en het feit dat de importen steeds moeilijker werden. Ik zat achter het loket “bijzondere uitkeringen” voor b.v. vrouwen die zwanger waren of jonge moeders, maar ook mensen die speciale medische bonnen kregen. Dr. Jacobse, een bekende arts uit Vlaardingen vroeg mij op een gegeven moment of ik hem die bonnen niet thuis kon brengen. In de loop der tijd kreeg ik zo steeds meer klanten die ik ’s-avonds de bonnen bracht. Dat was heel gezellig. Ik kreeg dan een borreltje, wij voerden hele gesprekken, en ik bleef vaak de hele avond zitten.

Vlaardingen (bron: veelzijdig Vlaardingen)

De NSB
Bij ons thuis werd weinig over politiek gesproken. Mijn ouders stemden op de RKSP. Dat was voor katholieken vanzelfsprekend. Wij kenden wel mensen die met NSB sympatiseerden, maar daar stonden wij niet erg positief tegenover, omdat de katholieke kerk dat had verboden. Mijn vader vond ook dat het mensen waren die niet deugden. Mussolini was een andere man. Die beschouwden wij als een veel sympathieker figuur dan Hitler. Er waren wel wat katholieke Nederlanders die fascisten waren. Ook onze huisarts dokter Stoop was lid van het Zwart Front. Dat waren fascisten, maar op de Italiaanse wijze. Natuurlijk waren er wel mensen die Hitler bewonderden, omdat hij totaal anders was dan de politici van die tijd. Zijn anti-semitisme vonden de mensen weliswaar vervelend, maar aan de andere kant waren de Joden niet erg populair. Je was katholiek en dan was het Jodendom een vreemde godsdienst met alle vooroordelen die er destijds waren.

Anton Mussert (rechts) de leider van de NSB (bron: historiek.net)


Ik had echter een schatrijke oom, Adriaan Houdijk, die een prominente NSB-er was. Wij vonden wel dat hij lid was van een rare partij, maar dat hij verder een heel sympathieke man was. Hij had in het toenmalige Nederlands-Indie carričre gemaakt, en hield zo’n beetje de familie van mijn moeder in leven. Hij woonde zelf in een grote villa in Rijswijk, en voor zijn schoonmoeder -  mijn grootmoeder - had hij een villaatje in de buurt van Vlaardingen gekocht. Ik kreeg ook mijn eerste fiets van hem, en heb een paar keer bij hem gelogeerd. Ik herinner mij nog dat daar allerlei bekende NSB-ers in uniform kwamen zoals Rost van Tonningen. Ik was echter nog jong en stond er niet zo bij stil. Toendertijd vonden ook de Olympische Spelen in Berlijn plaats, en die wekten de indruk dat het in Duitsland allemaal zo erg niet was.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij een persoonlijk adviseur van Mussert. Tegelijkertijd heeft hij Joden die hij persoonlijk uit Rijswijk kende met zijn auto naar Zwitserland gesmokkeld. Toen er na de oorlog een proces tegen hem plaatsvond, speelde dat een grote rol, want dat waren verzachtende omstandigheden. Ook mijn neef Frits, die toen nog medicijnen studeerde, was actief binnen de NSB. Vanwege zijn partijlidmaatschap werd hij al als jonge dokter directeur-geneesheer in Alkmaar. Na de oorlog is hij naar Duitsland gevlucht.





© Sion Soeters 2002 - 2013








Contact

Credits

Gastenboek

Disclaimer

Home