Tweede Wereldoorlogervaringen



In Memoriam: Leo en Frans Schuurmans

a

Leo Schuurmans op een foto gemaakt t.b.v. de Arbeitseinsatz.

Frans Schuurmans op de trappen van de Dom van Keulen.


Leo Schuurmans was de oudste in het gezin van Adrianus Schuurmans en Cornelia de Krom en woonde in de Veldstraat te Tilburg. Vader was schoenmaker en had een eigen woning. Leo werkte in de Tilburgse textiel industrie als kettingscheerder. Daarnaast werkte hij vrijwillig bij de brandweer. Leo was werkzaam bij de firma van Spaendonk in Tilburg op het moment dat hij naar Duitsland moest vertrekken.

Binnenplaats van de firma van Spaendonk. Groep klaar voor vertrek naar Duitsland. Leo is de derde van rechts op de voorste rij.


Hij werd geïnterneerd in een "Wohnlager" buiten Kassel, in Kassel Betthausen en werkte bij Fieseler Flugzeuge. Elke dag moest hij lopend naar de fabriek. Er waren arbeiders uit verschillende landen. In brieven beschrijft hij de erbarmelijke omstandigheden waarin hij leefde. Een brood per barak en geen kontakt met het thuisfront. Hij ontving zelden een bericht vanuit Tilburg, terwijl de brieven van zijn broer Frans uit Keulen wel bij hem aan kwamen. Leo maakte zich erg veel zorgen om zijn jongere broer Frans die in Keulen dwangarbeid verrichtte. Keulen was regelmatig het doelwit van geallieerde bombardementen.
 
Omdat vader Adrianus in 1943 overleed (moeder overleed in 1934 aan de gevolgen van borstkanker) maakte Leo zich nog meer zorgen. Zussen Riet en Cor bleven alleen achter in de ouderlijke woning in de Veldstraat. Leo probeerde vanuit Kassel o.a. via zijn brieven de zorg voor het overgebleven gezin op zich te nemen. Er waren verzekeringspolissen en hij probeerde vanuit Duitsland te regelen dat zijn oom naar Den Haag zou afreizen om die polissen te innen. Helaas is het zover niet gekomen omdat Leo omkwam bij een geallieerd bombardement.

Bidprentje van Leo Schuurmans

 
Leo rust op het Nederlands Ereveld te Frankfurt. Hij ligt begraven in Blok D, rij 4, graf 10 op het Waldfriedhof in Oberrad.

Frans en zijn twee zussen bij het graf van Leo.


Frans Schuurmans (geboren 23-03-1924) werkte in de Tilburgse textielindustrie bij de Firma Enneking als wever. Zijn vrije tijd vulde hij met voetballen bij NOAD te Tilburg.

Enneking schonk arbeiders die dwangarbeid moesten verrichten een houten koffer. Op de binnenplaats de groep met hun koffers, klaar voor vertrek.


Frans werd geplaatst bij de firma Felten & Guilliaume in Keulen. Ondanks de regelmatige bombardementen op Keulen overleefde hij de oorlog. In 1943 vluchtte hij na bericht dat vader Adrianus was overleden. Hij legde de afstand grotendeels lopend af uit angst te worden opgepakt. Met kapotte schoenen en voeten kwam hij helaas te laat voor de uitvaart. Hij besloot terug te gaan naar Keulen en zich te melden waardoor hij enige tijd gevangen werd genomen, kaal werd geschoren en werd gemarteld.
 
In de fabriek waar hij werkte raakte hij bevriend met een Duitse collega, Karl Fischer. Hij werd af en toe uitgenodigd om bij hem thuis te komen eten. Daar was Frans erg blij mee want dan kreeg hij tussendoor fatsoenlijk te eten i.p.v. het voedsel wat aan de dwangarbeiders in hun onderkomen werd verstrekt. Na de oorlog is hij kontakt blijven houden met Karl en ze hebben elkaar ook nog een paar keer ontmoet. Hij is begin jaren 80 nog éénmaal met Karl teruggegaan naar de plekken waar hij tijdens de oorlog verbleef, wat hem slapeloze nachten bezorgde door alle herinneringen die naar boven kwamen.
 
Door het wegvallen van de ouderlijke woning na het overlijden van vader en oudere broer Leo heeft Frans een aantal jaren noodgedwongen van het ene kosthuis naar het andere gezworven. Oom Christ was tot voogd benoemd tot hij volgens de wet volwassen werd (hij vertelde dat dit toen pas op 30 jarige leeftijd was). Het zwerven beu heeft hij zich toen vrijwillig aangemeld bij het leger.  Later is hij gaan werken bij AKZO (voorheen ENKA) in Breda tot aan zijn hartinfarct in 1971 waarna hij volledig arbeidsongeschikt raakte. In januari 1993 overleed hij aan de gevolgen van kanker.
 
Het gemis van zijn broer Leo kwam regelmatig ter sprake. Alle gevolgen van de oorlog voor het gezin waarin hij opgroeide, hebben diepe wonden achtergelaten bij Frans. Daarvoor stond hij bekend als zeer energiek en vooral vrolijke jongen. Daarna verdween de vrolijkheid naar de achtergrond en kwamen veel langdurige stiltes waarbij hij urenlang voor zich uit kon zitten te staren met de woorden "als onze Leo nog had geleefd"......

De dwangarbeiders zittend op hun houten koffer bij de firma Enneking.


Er zijn brieven  uit 1943 van Leo aan zijn broer Frans. Daarin spreekt Leo over de gruwelijke omstandigheden waaronder hij moest werken en overleven. Uit de briefwisseling wordt duidelijk hoe de dagelijkse omstandigheden waren voor de dwangarbeiders, maar ook hoe Leo zich ernstig zorgen maakten over zijn jonge broertje Frans. 





© Sion Soeters 2002 - 2013








Contact

Credits

Gastenboek

Disclaimer

Home